In onze natuurgebieden loop je al eens interessante mensen tegen het lijf. Filip De Vos is zo iemand. Hij heeft een grote passie voor vogels en natuurfotografie.
En dat zie je aan zijn prachtige foto’s. Wij stelden hem enkele vragen en dat leidde tot een onverwachte primeur voor de Schijnvallei.
Wie is Filip De Vos?
- Leeftijd: 40 jaar
- Woonplaats: Ranst
- Burgerlijke staat: getrouwd met Marijke , twee kinderen : Daan (9 jaar) – Nore (7 jaar)
- Beroep: Team coach aankoop bij Atlas Copco
- Passies: vogels, natuur en fotografie
- Favoriete bestemming: Extremadura in Spanje
Schijnvallei: Je woont in Ranst, pal in de schijnvallei. Welke natuurgebieden bezoek je wel eens?
Filip: “Ik kom af en toe in het Zevenbergenbos in Ranst en De Pont in Schilde. En bij mij in de buurt vind je mij regelmatig in de Molenbeekvallei. Buiten de grenzen is het Spaanse Extremadura the place to be, zeker voor vogels. Een fantastische plek! Voor landschappen is IJsland een droombestemming.”
Schijnvallei: Je werk als natuurfotograaf begon met je passie voor vogels. Ben je al lang bezig met vogels?
Filip: “Van in mei 1988. Ik was toen 14 jaar en woonde in Lier. Samen met mijn neef ging ik op pad in Lier - Anderstad, een natuurgebied aan de rand van de stad. We hadden toen geen Swarovski of Kite verrekijkers om vogels te spotten. Maar van die zware ‘bompa’ verrekijkers (lacht). Op een bepaald moment liepen we een aantal vogelkijkers tegen het lijf, waaronder Gerald Driessens van Natuurpunt. Toen is de interesse in vogels pas echt gewekt want al snel bleek onze kennis toen nog zeer beperkt… Later is dat ook uitgebreid naar natuur in het algemeen.”
Schijnvallei: Waarom vogels?
Filip: “Ik kan het niet verklaren. Ik weet alleen dat ik het niet kan afzetten.” (lacht)
Schijnvallei: Wanneer ben je dan gestart met fotografie?
Filip: ”6 jaar later, in 1995. Dan heb ik voor het eerst een telelens gekocht (een 70-300 mm). Het toestel zelf leende ik van mijn vader. Die lens heb ik voor de eerste keer gebruikt in het Schotse Orkney om kustvogels te fotograferen. Daarna heb ik nog verschillende andere lenzen versleten, maar altijd liep ik tegen de beperking van goede vogelfoto’s aan. Tot eind 2012. Ik werd geveld door een serieuze griep en heb toen bijna twee weken in mijn bed doorgebracht. Op zo’n moment besef je dat je nu moet leven. Ik heb toen veel en goed kunnen nadenken. En toen ik genezen was, heb ik een 500 mm lens gekocht, de ultieme lens om vogels te fotograferen. Dat was een zware investering, maar die aankoop heeft er wel voor gezorgd dat de kwaliteit van mijn beelden er op vooruit gegaan is.”
Schijnvallei: Wat is voor jou een goede foto?
Filip: “Goh, er zijn veel dingen die bepalen of een foto goed is of niet, compositie en belichting om er maar twee belangrijke te noemen. Ik hou vooral van beelden waarin sfeer zit. Iedereen kan thuis komen met een foto van een slapende leeuw in Afrika. Maar een ree in de ochtendmist fotograferen, dat is andere koek. Als je pech hebt, moet je daar wel 10 keer om 5 uur ’s morgens voor opstaan. Zo’n beelden zijn voor mij waardevol omdat ze een gevoel van schoonheid teweeg brengen. Ze maken iets los bij mensen en daar gaat het om. Als dit kan leiden tot meer respect voor onze natuur, dan is de cirkel helemaal rond!”
Schijnvallei: Hoe ga jij precies tewerk?
Filip: “Ik neem mij voor een bepaald beeld te maken en dan ga ik specifiek op zoek naar een plaats waar ik dat beeld kan maken. Onlangs wou ik een blauwborst fotograferen met tegenlicht. Ik had een geschikte plek gevonden in het natuurgebied Viersels Gebroekt. Een paar uur voor ik naar mijn werk moest vertrekken ben ik naar die plek gegaan. Het licht zat goed, het decor was perfect. Ik had al een aantal foto’s genomen, maar ik was nog niet helemaal tevreden. En tien minuten voor ik moest vertrekken heb ik het beeld kunnen maken waarop ik zat te wachten. Meer nog, ik was getuige van een baltszang die ik maar zelden gezien had. Van geluk gesproken …Dat gaf me een ongelooflijke adrenalinestoot. Ik ben toen héél goed gezind gaan werken.” (lacht)
Schijnvallei: Bewerk je je foto’s achteraf?
Filip: “Ik doe enkel basisbewerkingen en vertrek hierbij van het RAW bestand, een onbewerkt digitaal formaat. Ik herkadreer mijn foto’s, scherp ze een beetje aan of geef een beetje contrast bij. Dat is alles.”
Schijnvallei: Je bent lid van het BVNF, de Bond voor Verantwoorde Natuurfotografie. Vertel eens …
Filip: “Het BVNF is een vereniging van natuurfotografen die foto’s nemen zonder het leven of de levenswijze van dieren of planten in gevaar te brengen. Het woord ‘verantwoord’ is voor mij heel belangrijk. Ik ben in eerste instantie een natuurliefhebber. Ik ga dus nooit de natuur verstoren om een goede foto te kunnen nemen. Ik vind de beleving op het moment zelf even waardevol als het nemen van een foto.”
Schijnvallei: Je neemt ook veel foto’s van hier.
Filip: “Klopt, ik hecht veel belang aan goede beelden uit eigen streek. Op die manier kan je mensen laten zien dat natuur in je eigen omgeving waardevol is. En dat het belangrijk is dat je gebieden beschermt en koestert, zoals die uit de Schijnvallei. En dat is nu meer dan ooit belangrijk. Want met de nieuwe subsidieregeling staat er heel wat op het spel.”
Schijnvallei: Daar zeg je wat. Met de plannen die nu op tafel liggen, dreigt financiële ondersteuning voor natuur in eigen regio weg te vallen. De grote natuurgebieden slorpen in de nieuwe plannen alle subsidies op. En zelfs daar probeert men op in te grijpen. Wat vind jij daarvan?
Filip: “Ik begrijp dit niet. De grote uitdaging in Vlaanderen ligt in het verbinden van al die geïsoleerde natuurgebieden. Dat kan je doen met groene corridors. Het bekendste voorbeeld is een ecoduct. Maar dat kan even goed een trage weg zijn met houtkanten. Stel je voor dat je zo’n netwerk van groene oases kunt realiseren, dan creëer je een groene ketting. En die ketting zorgt voor uitwisseling tussen soorten, ook kwetsbare soorten. En daar kan toch niemand tegen zijn.”
Schijnvallei: Men onderschat die kleine gebieden.
Filip: “Zo is dat. Het zijn echte schatkamers. Niet ver van waar ik woon, ligt de Molenbeekvallei, een klein natuurgebied. In het voorjaar heb ik daar al beflijster gezien. Soorten zoals boomvalk, steenuil en ransuil broeden daar. Dat is toch niet niks. Er is veel natuur, maar je moet het wel zien.”
Schijnvallei: Worden je foto’s wel eens gepubliceerd?
Filip: “Af en toe. Vorig jaar bijvoorbeeld hebben we met het BVNF een boek uitgegeven. Dat was naar aanleiding van het Lowland fotografiefestival. In dat boek werden ook twee foto’s van mij opgenomen. En in Huis De Berk, een bed and breakfast in Kalmthout, hangt een foto van een wilde eend van mij in de slaapkamer.” (lacht)
Schijnvallei: In de slaapkamer? Hoe is dat precies gegaan?
Filip: “De uitbaters wilden graag hun B&B op een originele manier inrichten. Via het wandelmagazine De Natuurvriend namen ze contact op met onze fotografievereniging. En zo is die foto daar terecht gekomen.”
Schijnvallei: Je hebt ook nog een primeur voor de schijnvallei?
Filip: “Zo is dat. In De Pont maakte ik onlangs een foto van een krakeend. En die foto verschijnt volgend jaar in de agenda van Natuurpunt. Ook de foto van die blauwborst uit het Viersels Gebroekt zal in die agenda staan. En daar ben ik best fier op.”
Schijnvallei: Filip, heel hard bedankt voor het gesprek.
Filip: “Heel graag gedaan!
Interview: Philip Barbaix