De regionale werking van Natuurpunt voor Westmalle, Zoersel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Wijnegem, Borsbeek, Deurne, Borgerhout, Berchem en Antwerpen.

De Pont: van afvalstort tot natuurparel

Terug naar lijst

Geplaatst door Natuurpunt Schijnvallei op

Het is moeilijk te geloven, maar een halve eeuw geleden was De Pont in Schilde een grote stortplaats van huishoudelijk afval. 

Vandaag is het natuurgebied één van de parels in de Schijnvallei. Dankzij de visie van enkelen en het volgehouden beheer van geëngageerde vrijwilligers heeft de natuur het gebied terug veroverd. De recente waarnemingen van zeldzame en bedreigde soorten zoals Keizersmantel, Roerdomp en Moerassprinkhaan zijn dan ook een kroon op het jarenlange beheer.


Een korte historiek

De geschiedenis van De Pont en het Schildepark gaat terug tot in de 12de eeuw. In die periode staat het gebied bekend als Hof ten Broecke. Rond 1400 bouwt ridder van Berghem er een versterkte omwalde hoeve met een pont. Het domein kent door de eeuwen heen verschillende heren en de hoeve wordt uitgebouwd tot een heus waterslot. 

De laatste bewoner van het kasteel was de legendarische baron Henri van de Werve, gekend bij de lokale bevolking als ‘het zot baronneke’. Hij laat in 1876 het kasteel verbouwen en de omgeving grondig onder handen nemen: er verschijnen tal van ‘follies’ in het park zoals de Oranjerie, de aanlegsteiger aan de grote vijver, de Venustempel, de Pijlenbrug en het geheimzinnige paviljoen ‘Bobine-les-bains’ op de oever van de rivier het Groot Schijn.

Dertig jaar na zijn dood verkopen de erfgenamen in 1951 het gebied voor een groot deel aan de NC Compagnie Immobilière. Die laat het kasteel afbreken omdat de losse stukken meer geld opbrengen, dan het hele gebouw met gebied. In 1953 koopt de gemeente Schilde het leeggeplukte terrein, ongeveer 40 ha inclusief De Pont.

1955: het storten begint…

Het absolute dieptepunt in de geschiedenis van De Pont begint in 1955. Een groot deel van het gebied wordt vanaf dan jarenlang gebruikt als stort voor huishoudelijk afval, zowel in het huidige natuurreservaat als in het park. Tussen 1962 en 1965 wordt een deel van het stort overdekt met een laag zand dat afkomstig is uit de bekkens van de Antwerpse Waterwerken aan het Albertkanaal.

1971: een laag aarde erover

Na 15 jaar verandert de mentaliteit en stopt het storten. Maar niet al het afval wordt opgeruimd en sommige delen worden bedekt met een laag aarde. Tot op de dag van vandaag zie je de gevolgen daarvan: flessen, fietsbanden, plastiek, glas, enz. duiken nog altijd in het gebied op.

De verhoging met aarde en opgespoten zand van de waterwerken had ook tot gevolg dat een gedeelte natter werd waardoor stilaan een moeras ontstond. Langzaam maar zeker kwam het gebied opnieuw tot leven. Er doken allerlei interessante vogelsoorten op zoals blauwborst en rietzanger en De Pont werd een hotspot voor vogelaars en natuurliefhebbers. Om die natuurwaarde te behouden, wordt het gebied vanaf dan verder beheerd als natuurgebied met als hoofddoel: het rietveld en het open karakter in stand houden.

Jaren ’80: verdroging en vissterfte

Ondertussen hadden ook vissen hun weg naar het moeras gevonden. Maar in de droge zomermaanden moesten vrijwilligers lijdzaam toezien hoe het water verdampte en de vissen stierven. Bovendien was men aan het Albertkanaal druk bezig met de bouw van bijkomende bekkens aan de waterwerken, een proces waarbij heel wat grondwater werd opgepompt. Hierdoor kwam het verdrogingsproces in een stroomversnelling. Niet alleen De Pont viel droog, ook de kasteelvijver kwam leeg te staan met alle smurrie en stank tot gevolg. Toen zijn er twee maatregelen genomen. Met de Antwerpse Waterwerken werd overeengekomen om water uit het Albertkanaal naar De Pont en de kasteelvijver te pompen zodat het gebied jaarrond water krijgt. En de gemeente maakte een deel van het moeras dieper door een sleuf te graven, waardoor meer en dieper water kon blijven staan.

Jaren ’90: grote grazers

Ondanks het werk van vele vrijwilligers bleef de verbossing echter toenemen, waardoor voornamelijk graslandvegetaties verloren dreigden te gaan. Daarom werd begin jaren ‘90 gestart met begrazing. Het terrein kreeg een raster en een paar ezels. Later werden de ezels vervangen door Galloway runderen, New Forest pony’s, Exmoor pony’s en andere grazers. Zij houden vandaag nog altijd het gebied open en zijn zonder twijfel de belangrijkste vrijwilligers.

 

2018: bijzondere waarnemingen 

Dankzij de visie van enkelen en het volgehouden beheer van velen zegeviert de natuur opnieuw in De Pont. Dit jaar zijn er zelfs enkele bijzondere soorten waargenomen. Een overzicht.

Keizersmantel en Bruin Blauwtje

Lode Rubberecht fotografeerde in de zomer een prachtige Keizersmantel, een voor onze regio zeldzame vlinder. De soort legt haar eitjes op boomschors in de buurt van de waardplant: viooltjes. Een andere zeldzame verschijning in onze streken is die van het Bruin Blauwtje. Op de Rode Lijst van 1999 stond de soort nog als kwetsbaar aangestipt, tegenwoordig wordt de vlinder algemeen als niet bedreigd beschouwd.

Moerassprinkhaan

Misschien wel de spectaculairste ontdekking is de verschijning van de Moerassprinkhaan, een Rode Lijstsoort met de status ‘kwetsbaar’. Conservator Fons Bresseleers, die al tientallen jaren in het gebied rondloopt, moest dan ook twee keer kijken naar de foto die Erik Daems deze zomer had genomen van een mannetje Moerassprinkhaan. Het is de eerste keer in 40 jaar dat de sprinkhaansoort er wordt waargenomen. De soort is zeer gevoelig voor verdroging.

Roerdomp

En dan is er nog die mysterieuze reiger. De Vogelwerkgroep is er lang van uitgegaan dat de roerdomp De Pont uitsluitend als overwinteringsplek gebruikte, maar die aanname is nu bijgesteld. Twee jaar op rij filmde de cameraval het dier buiten de winterperiode: dit jaar in volle zomer en vorig jaar in mei middenin het broedseizoen. Vogelkenner Dirk Demey hoorde toen zelfs de typische misthoornachtige baltsroep. 

Filmpjes:

 

Of er een koppel broedt, blijft echter weinig waarschijnlijk, hiervoor lijkt het gebied te klein. Dat De Pont ook een geschikte foerageerplek blijkt, kan de soort alleen maar ten goede komen. De roerdomp staat namelijk op de Rode Lijst aangeduid met de status ‘met uitsterven bedreigd’.

 

Tekst: Philip Barbaix, Lode Rubberecht.

Foto's: van links naar rechts en van boven naar onder: Moerassprinkhaan, Bruin blauwtje, Keizersmantel, Roodoogjuffer, Klein geaderd witje, Roerdomp